CarinenStefanBom.reismee.nl

Dag 8: Bezoekje aan Riva del Garda.

Voor vandaag staat een bezoek gepland aan Riva del Garda. Gisteren waren we al aardig in de buurt, maar vandaag ‘serieus’ deze badplaats aangedaan. Het ritje er naar toe is leuk zo tussen de bergen door, en inmiddels al niet meer onbekend. Naarmate we Riva meer naderen wordt het allengs drukker. Letterlijk veel bedrijvigheid aan de randen van deze plaats. Als we meer naar de boulevard en het haventje rijden wordt het toerisme steeds meer zichtbaar. En daar gaan wij dan ook maar eens even aan meedoen. Het voordeel van een motor is dat je, bijna altijd, op de plek komt waar je écht wilt wezen. Zo ook nu! Afstappen, op slot zetten en nog geen 50 meter naar het water. We duiken meteen de Europese regatta wedstrijden in. Het is een drukte van mensen en boten (4000 serie) die allemaal bezig zijn met de voorbereidingen van de wedstrijd die later die dag gaat volgen. Op een bord lezen we dar Rivan del Garda in het teken staat van de Europese Regatta wedstrijden. Van maart t/m oktober worden er wedstrijden in de meest uiteenlopende klassen gezeild. Vandaag, morgen en overmorgen dus de ‘4000-series’. Als we een stukje doorlopen komen we in die bekende mediterrane sfeer terecht. Mensen langs het water, op het water, in het water. Bootjes die gaan en komen, windsurfers die… alleen maar staan want er is, vooralsnog, bijna geen wind. Het enige wat we doen is een bankje zoeken in de schaduw en een poosje alleen maar zitten en kijken.

Als we later wat gelopen hebben strijken we op één of ander piazzaatje bij de haven neer om een heerlijke Lemon Soda en pizza te bestellen…. vakantie… ??!!

We maken nog een ritje mat de motor langs een prachtig uitzichtpunt en een ‘gletsjermolen’ (gaten in het landschap gevormd in de ver voorgaande eeuwen). Als we in de namiddag op ons (nog) koele kamer komen is het heerlijk om een verfrissende douche te nemen, even te liggen en een wijntje te drinken op het balkon met een koel verfrissend windje….het zou wel eens kunnen gaan onweren…. .

Dag 7: Een bezoekje aan Trento, Parco Grotta Cascata Varone en Arco.

Naar Trento is het vanuit Pietramurata zo’n 21 km. Dat is dus te doen. Zeker als je een beetje bijtijds gaat. Trento is een stad(je) van ongeveer 117.000 inwoners. Niet zo groot, maar groot genoeg voor een heus kasteel waar ooit een concilie van paus en zijn bisschoppen werd gehouden. En groot genoeg voor een universiteit. Gelegen langs de Adige was Trento in de geschiedenis een belangrijke stad voor de regio.

Een wandelingetje door de stad is de moeite waard en een bezoek aan het kasteel aan te raden.

Vanaf Trento naar Varone (waar een park gemaakt is rond een natuurlijke waterval) is het 40 km rijden. Geheel tegen gewoonte in, maar met de rest van de Italiaanse scooter en motorrijders mee, rijden we in ons t-shirt over de binnenwegen van Trente. Met 34 graden is doorwaaien dan tóch wel ff lekker. Parco Grotta Cascata Varone is een mooi aangelegd park rond een natuurlijke waterval die in 20.000 jaar zijn weg naar beneden heeft weten te vinden en zijn eroderende werk met furore heeft gedaan; het water dendert met flink wat geweld tussen de rotsen door, die steeds verder zijn uitgeslepen waardoor het lijkt dat het water van boven uit een hele hoge grot valt. Met een beetje uitkijken hou je net je kleren droog. Maar nat worden is ook geen ramp; het verkoelt wel lekker en droog ben je zó weer in de zon.

Terug naar ons hotel doen we ook nog even Arco aan. Een plaatsje waar op 2 juli j.l. de Europese kampioenschappen mountain running zijn gehouden. Het hele dorp staat in het teken van bergsport en o.a. ook mountainbiken.

Rond half 5 zijn we terug in het hotel. Lekker even douchen om op te frissen. Dat is wel nodig want de warmte van de hele dag trilt op dit uur nog volop na tussen de rotsachtige wanden van de bergen. Vanaf nu weer even ‘la dolce vita’.

Dag 6: Een beetje wandelen in de omgeving van Pietramurata.

Het is zo’n zwoele Italiaanse zomer avond als ik dit verslagje met een roodverbrande harses van een 2 uur durend wandelingetje op ons balkon zit te tikken. Het diner ‘zit er in’ en dit is wel even lekker om te doen. Vanmorgen konden we maar met moeite opstarten. Na het ontbijt zijn we gewoon weer op bed gaan liggen. Net toen we weg wilden gaan stapte het kamermeisje naar binnen. Wij, als zotte toeristen, zijn een wandeling gaan maken naar Lago di Cavedine. Lekker (warm) wandelingetje. Maar wel leuk om de omgeving een beetje te leren kennen. Ná de wandeling moesten we écht afkoelen. En dat doe je dan op je hotelkamer, want die is lekker koel. Ik ben zelfs een paar keer weggedommeld. Het zal nodig zijn denk ik dan maar. Zomaar een keer ook wat gelezen en een spelletje gedaan met Carin. Ook even contact gehad met de kids. Sander zit ook weer ‘thuis’ in Piano Porlezza, zoals hij het zelf noemde. Esther is in Zwitserland en hebben we even ‘live’ gezien via de facebook foon. Ruben bestiert thuis de boel. Dat zal hem vast lukken! Wat we morgen gaan doen is nog onbekend. We zien wel wat de dag brengt. Voor nu: Saluti a tutti. Wij nemen zo een wijntje.

Dag 5: Van Sankt Anton naar Pietramurata.

Het is 18.00 uur. Rond 16.15 kwamen we aan in hotel Daino in Pietramurata en ik lig nóg bij te komen. Je kan zeggen wat je wil, maar rijden in de bergen is gewoon vermoeiend. 271 km lijkt niet veel maar het kost je gewoon 6 uur. Weliswaar met oponthoud (weg-op-brekingen en 2 Maria optochten die de doorgaande weg overstaken én uiteraard de nodige eet, drink, plas, tank, rek en strek pauzes). Maar dan heb je ook wat. Prachtige vergezichten, heerlijke bergwegen, en een meer dan dubbele temperatuur: van 15 graden vanmorgen naar 32 vanmiddag. De Reschenpass en de Gampenpass waren gaaf en prachtig om te rijden. Hier en daar een bergmeer met helder blauw water en uiteraard de nodige drukte van (sportieve) toeristen en dagjesmensen (het is tenslotte zondag). Tussendoor pak je dan ook de nodige lokale passjes mee en dan is de tocht wel compleet. In Pietramurata blijven we een poosje hangen. Dat wil niet zeggen dat we op ons luie reet bij het zwembadje zullen gaan zitten. Er is in de omgeving genoeg te doen. Dat wisten we zelf al, maar dat kregen we ook uitvoerig te horen van receptioniste. We kunnen een wijnproeverij doen, watervallen bekijken, alvast een keer naar Riva del Garda rijden, een andere mooie bergpass aandoen, etc. , etc.. Maar goed. Dat lezen jullie wel in de komende verslagen. Voor nu… even nog rust en dan op Italiaanse tijden het diner genieten; 19.30 uur…pianissimo…..

Dag 4: Van Schluchsee naar Sankt Anton am Arlberg.

Vandaag een tochtje van zo’n 260 km. Zo gepiept zou je zeggen. Vanmorgen om 9.45 vertrokken en vanmiddag gearriveerd om 16.00 uur. Maar dan heb je ook wel de hele noordkust van de Bodensee gehad en aan het eind hooggebergte. Om een voorbeeld te geven: De Arlbergpass van meer dan 2000 meter. Overigens was die goed te doen. Het was lekker weer om te rijden vandaag. Rond de 20 graden dus dat gaat de goede kant op. Hier in Sankt Ankton lag vorige week nog 20 cm sneeuw op de wat hoger gelegen weiden, en tot voor gisteren was het slecht. Ofwel, we boffen. De gastvrouw is alleraardigst en serveert bij aankomst direct een kop koffie in onze tuin vóór de kamer. Een prima en luxe kamer. We mochten dan ook uitzoeken want tot nu toe zijn we de enige gasten. Dat is in de winter wel anders. Dan is het hier een gekkenhuis. Het is dan ook een bekend skigebied en het ‘sterft hier van de pensions en hotels’. Vanuit de kamer kijken we tegen de witte toppen aan. In de tuin is het nog net even lekker. Soms heb je van die mooie momenten…. .

Straks wandelen we even terug naar het dorp om wat te eten. Moet vast lukken; de feestweek van Sankt Anton is vandaag begonnen…. .

Dag 3: Rustdag in Schluchsee.

Vandaag geen tocht van het ene naar het andere hotel. Wel een verslagje van wat we hier in de omgeving hebben gedaan. In ieder geval goed geslapen na een lange dag toeren. Daarna een prima ontbijt, om vervolgens een lekkere wandeling te maken naar en langs het stuwmeer dat alleen maar is aangelegd voor de watersport en het natuurschoon. Met een waterig zonnetje en ongeveer 15 graden lopen we zo’n 2 uur rond. ’s Middags om het af te leren nog maar een ritje in de omgeving gemaakt. Ik had een tochtje gemaakt, maar daar kwam niet veel van terecht. Sommige wegen gewoon ‘verboten für auto’s und motoren’. Andere wegen niet toegestaani.v.m. op-brekingen. Maar goed, toch wel even een leuk tochtje ‘om het af te leren’. Aan het eind van de middag nog de laatste renners van de tour kunnen bekijken. Zo dadelijk zoeken we de plaatselijke pizzeria maar eens op.

Morgen een ritje van zo’n 260 km naar Sankt Anton am Arlberg. Dat is nog aan de verkeerde kant van de Alpen; 10 graden daar. Aan de andere kant tellen we er 15 graden bij op. Maar dat is voor de dag dáár na.

Dag 2: Van Dahlem naar Pension Tannenheim aan de Schluchsee.

Zo… ik zit. Ik heb me geïnstalleerd op de zitbank. Een gezellige aparte kamer naast de slaapkamer. Na een lekkere douche inmiddels weer warm. Het is nu rond 20.00 uur. We hebben lang gedaan over 431 km. Maar da’s logisch als je alles binnendoor rijdt. Én logisch als je moet tanken en je precies dan even kunt schuilen voor een gigantische hoosbui . En ook logisch als je een bak koffie met ‘iets er bij wil’ in Frankrijk en je krijgt een heel menu. Ach, dan hebben we alvast warm gegeten en kunnen we het nu met een broodje af. Het koudst gemeten op de motor (ja, ja, de nieuwe Suzuki heeft een temperatuur meter aan boord) was 9 graden langs de Titisee. Carin en ik hebben afgesproken in de winter nog eens terug te komen. Dan is het vast warmer! Maar ondank dat hebben we best een mooie tocht gehad. Stukje langs de Moezel en een stuk langs de Saar. Veel plekken van herkenning waar ik met de jongens gefietst heb 4 vakanties geleden. De Eifel is leuk rijden, de Vogezen is leuk rijden, het Zwarte Woud is leuk rijden…. Uhm…het rijden is leuk. Er is meer dan genoeg te zien dus we vermaken ons prima! Hier in pension Tannenheim blijven we 2 nachtjes. Kunnen we morgen hier een beetje rondkijken. Daarna zoeken we het hoger op in Oostenrijk: Sankt Anton ‘um precise zu sein’. We houden jullie op de hoogte. De foto’s volgen.

Dag 1: Van De Backerstraat naar Dahlem in de Eifel.

Dag 1: Van De Backerstraat naar Dahlem in de Eifel.

Met een bepakte motor (echter geen bagagerollen dit jaar, want ja, je wordt steeds handiger in het pakken en selecteren) zeggen we pa en ma Bom nog even gedag en dan vangt de reis aan…. . Op weg naar warmere oorden; Garda in dit geval. In Nederland nemen we nog even de snelweg tot aan St. Joost om vervolgens de binnenwegen te nemen tot aan Dahlem in de Eifel.

De 1e bui krijgen we rond Dordrecht over ons heen. Er zouden er nog vele volgen. Maar het zijn van die ‘vliegende buitjes’, die deren ons niet. Op één na dan, die bezorgde mij uiteraard weer een nat kruis. Carin zit redelijk droog achter mijn brede rug. Leuke dorpjes om wat rond te kijken. Maar het wordt pas écht leuk als we natuur van de Eifel in rijden en alvast wat bochtenwerk en klim- en daalwerk kunnen oefenen. Het motortje doet het prima! Landgasthaus Em Lade staat open als we er even vóór vieren binnenstappen. De eigenaar is er niet dus wachten we nog even. Rond 16.15 uur zetten we onze koffers neer in een prima de luxe suite. Om ze vervolgens weer op te pakken en achter de eigenaresse aan te lopen. Oeps verkeerde kamer. Maar de 2e kamer is ook prima. Met een gezellige aangrenzende huiskamer. Straks maar eens een Wiener schnitzel verorberen… .

Morgen een rit van 413 km naar Schluchsee. Tot dan…. .